Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als [1]Pashur, de [2]zoon van [3]Immer, de priester (deze nu was [4]bestelde voorganger in het huis des HEEREN), Jeremia hoorde, diezelve woorden profeterende, 1. Hebreeuws, Paschur. 2. Dat is, nakomeling. 3. Op wiens geslacht het zestiende lot in de afdeling der priesters gevallen was. Zie 1 Kron.24:14. 4. Of, een bestelde [of overste] een voorganger, dat is, [gelijk sommigen verklaren] de tweede na den hoogpriester, gelijk Eleazar was bij zijns vaders Aarons leven, Num.4:16, gesteld tot opzicht en regering in Gods huis.